
Daar zat ik met de brokken.
Alles uit elkaar gevallen.
Elk verhaal dat ik dichtte,
het lichaam dat het samenhield,
gebarsten onder druk
van de angst, uiteengevallen
scherven en fragmenten.
Stuk
voor stuk – wat ding gemaakt was –
er in kruipen
er door heen wringen,
open halen aan de scherpe randen.
Nog een keer, en
nog een keer, en weer
Voorzichtig oppakken
fragmenten herinnering.
Stuk
voor stuk bekijken,
in het licht houden, liefhebben,
bekijken, in het licht houden,
liefhebben, bekijken,
in het lichthouden, liefhebben.
Stuk
voor stuk gezien worden,
getroost, verbonden met
de gouden draad uit de hemel.
Al de scherven en fragmenten
aan EEN.
(Kintsugi – Japans voor ‘gouden verbinding’. Manier om kostbaar keramiek te repareren.)