Licht op Hanna

7 oktober 2019 | 0 Reacties

Profetes Hanna door Rembrandt van Rijn, 1631

Het licht kriebelt langs haar rug omhoog. Zo doen ze het al jaren. De dageraad is vertrouwd met dit spel tussen hem en Hanna. Zoals altijd is zij hem voor, en zit ze al klaar om hem te begroeten. Nadat het waswater haar gezicht heeft wakker gekust, haar kleren haar liefdevol met warmte hebben omkleedt, het boek is opengeslagen, zit ze in stilte op hem te wachten.
Zonder zijn licht kan ze niets ontwaren van de geschreven woorden in het oude boek, waarnaar ze innig uitziet om die te kunnen gaan lezen.

Bij de eerste kier, die hij vindt om haar huis binnen te komen, kruipt hij ongeduldig over de vloer naar haar toe. Elke morgen opnieuw geniet hij van het strelen van haar lichaam, vanaf haar voeten, langs haar benen omhoog tot haar bedekte hoofd. Als hij haar heeft gevonden in zijn volle licht, raakt hij haar blote handen en het boek. Op dat moment ontspant Hanna en zegt zacht: Gezegend, jij, dageraad, die mij gevonden hebt!

Ze vergeet hem direct, op het moment dat haar ogen de letters op het papier ontdekken en de woorden haar een andere werkelijkheid binnenzuigen. Ze daalt af in de Schrift, zo diep, waardoor zij oog in oog komt te staan met de redder van wie zij ’s nachts droomt. Zal zij hem ooit ontmoeten? Zal ze hem dan aanraken, zo teder als zij met haar vingertoppen over de bladzijden van het boek glijdt? Elke rimpel in haar hand vertelt van dit verlangen, dat door de jaren heen dieper ingesleten is.

Het licht wandelt verder naarmate de tijd verstrijkt. Elk uur schenkt hij haar een andere lichtinval tot hij wordt weggetrokken naar een andere plaats en oplost in de donkere nacht. Morgen zullen ze elkaar weer vinden en opnieuw hun spel spelen.
Morgen.

(Inzending Zin in Weekend Rembrandt Columnwedstrijd 2019)

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *