Selecteer een pagina

*gedicht

Stralend!

Wat straal je toch mooi, je schittert! Je sprankelt van top tot teen! Had je dat ooit durven dromen, durfde jij jezelf ooit zo te zien? Je werd onderdrukt, ja, vernederd, ongezien ging je jaren gebogen. Niemand zag de schaduw waarin jij werd verborgen, geen licht viel...

Lees meer

Mocht ik, mocht Jij

Mocht ik zien, mocht ik voelen, mocht ik ruiken, mocht ik weten, mocht ik ook maar een spoortje, een streepje, een flauwe afglans - of nog minder - van Jouw verschijnen opvangen in mijn ooghoek. Hoe diep zou Jouw troost in mij afdalen, hoe hoog zou ik Jouw liefde...

Lees meer

Een lofzang voor de Ene

  Sta op, jubel het uit, vul je longen om te juichen, een lofzang voor de Ene! Zing! Hoe sterk en stevig het Woord klinkt, dat ordent en recht doet, dat een plek geeft aan alles wat is en gedaan wordt. Hoe de Ene, de onrust van de wereld bergt in de kamers van...

Lees meer
Kintsugi – gouden verbinding

Kintsugi – gouden verbinding

Daar zat ik met de brokken. Alles uit elkaar gevallen. Elk verhaal dat ik dichtte, het lichaam dat het samenhield, gebarsten onder druk van de angst, uiteengevallen scherven en fragmenten. Stuk voor stuk - wat ding gemaakt was - er in kruipen er door heen wringen,...

Lees meer

Jij laat Je zien

Op het moment van de waarheid roep ik Jou op, als mijn getuige, Jij, mijn eerste en mijn laatste, niemand anders dan Jij. Gehuld in het licht van Jouw aanwezigheid, laat Jij Je zien - onbenaderbaar - voluit. Jij staat voor mij in, zodat ik sterk en veilig ben, oog in...

Lees meer

Allerzielen 2020

Voor de laatste keer je laarzen uitgedaan de dag verlaten, je huis binnengegaan. Voor de laatste keer, het schoeisel van jouw leven uitgedaan. De kinderschoenen met klittenband en bonte kleuren; De hakken onder je altijd zwierige rok; De werkschoenen met stalen...

Lees meer

‘…als ik de ruimte van de poĆ«zie binnenstap, voel ik de grootste vrijheid om uit te drukken wat aan de rand van mijn zwijgen in taal te vinden is. Vaak ademen de gedichten verlangen naar de Eeuwige, die ik Jou noem. Ik nader en het ontglipt.’

Janneke