Selecteer een pagina

*gedicht

Vluchtheuvel

Tussen het razende verkeer sta ik op een vluchtheuvel, niet voor- , niet achteruit kan ik, toch moet ik oversteken. De overkant, heeft de Eeuwige mij beloofd, dat ik het zou halen, dat daar een plek is, voor mij bestemd, mijn eigen grond. Ik ga het wagen, om heelhuids...

Lees meer

Getijdengebed

In de kleine kapel verzamelen zich de laatsten. Zij bidden hemel, aarde en alle windstreken. Op het ritme van de getijden; de zee neemt... Kyrie eleison! de zee geeft... God zij dank! Woorden prevelen tot stilte. Verlangens lopen over in zwijgen. Jij nadert, hult hen...

Lees meer

Ergens daartussen

Waar ik ook kijk om mij heen, zie ik de wereld van mensen. Wegen en huizen, polders en dijken, fabrieken, kantoren, hoekig en groot. Ergens daartussen, een spoor van de Schepper, Vol macht is Jouw kwetsbare naam. De populier reikt biddend omhoog, de berm bloeit zomers...

Lees meer

Zegen van de regenboog

Ik zegen je met rood van de passie, waardoor je voelt dat bloed door je aderen stroomt, dat je leeft! Ik zegen je met oranje van de ondergaande zon, waarin jij je kan hullen als een deken van troost. Ik zegen je met geel van narcissen, zodat je blijft geloven in...

Lees meer

Bakje wind

Ik dacht, Ik neem een bakje wind voor je mee. Dat leek me wel wat, Om je er wat van in de rug te geven, Je weet wel, zo’n steuntje. Dus ging ik naar het strand Liep er tegen in , Opende mijn bakje En sloot het zo snel ik kon. Nu wacht het bakje Geduldig in de kast....

Lees meer

Miskien loer sij uit die hemel?

Miskien loer sij uit die hemel? Hoewel, ze was niet zo van de hemel. Maar vandaag tuur ik in de lucht, zoek ik, of ik ergens toch iets van haar vind. Woorden, zinnen, gedichten, taal om in te schuilen. schriftje vol schrift, maar nergens meer haar hand om aan te...

Lees meer

‘…als ik de ruimte van de poëzie binnenstap, voel ik de grootste vrijheid om uit te drukken wat aan de rand van mijn zwijgen in taal te vinden is. Vaak ademen de gedichten verlangen naar de Eeuwige, die ik Jou noem. Ik nader en het ontglipt.’

Janneke