Selecteer een pagina

*gedicht

Als roze perzikbomen

Wat zal het worden met de wereld, als er zo’n leider is, die niet wijst naar zichzelf en naar eigen kracht, maar elke avond knielt voor zijn bed en het hoofd buigt voor de Eeuwige? Wat zal het worden met de wereld, als de machtigen zouden weten van het raadsel van...

Lees meer

Alleen Jouw Naam

Alleen Jouw NAAM, om ons op te richten. Onuitsprekelijk, ongenaakbaar, onbereikbaar in taal. Alleen Jouw NAAM, mysterie van nabijheid. Hoe hoog ook in de hemel ben Jij de bodem onder onze voeten, de echo van onze harteklop. Keer ik mij af van Jou, dompel ik mijzelf in...

Lees meer

Na de sloop

Lang dacht ik nog iets te kunnen hooghouden van wie ik hoopte te zijn, in deze wereld. Onbewust stapelde ik mijn zorgen op mijn angsten, sombere fantasieën liet ik verdwijnen achter stevig gesloten deuren. Steeds sneller ging ik de trappen op en af, om eigenzinnige...

Lees meer

Vluchten kan niet meer

Als je dacht, dat ik zuiver ben en mijn gedachten zo rein, als kristalhelder water, laat ik je uit de droom helpen. Ik loop mank van al mijn falen en struikel over mijn onwaarachtige woorden. Jazeker, als het om mijzelf gaat heb ik niets waarop ik mij kan beroepen aan...

Lees meer

Bij zinnen brengen

Dat er geen taal is om uit te drukken, geen woord, dat zich schuil houdt aan de rand van het zwijgen. Geen letter die durft te beginnen, omdat Jij - en al wat Jij gedaan hebt, al wat Jij doet - te groot bent. Mijn alfabet is te klein, hoe talloos ook de mogelijkheden,...

Lees meer

In de kreukels

Ik verbeeld me, dat ik Jou zien kan. Ik stel Je me voor als het mooiste. het lichtste, het zoetste. Ik stel Je me voor als het beste, het meest ware en echte. Ja, als het meest zuivere in oordeel en recht… Alles en nog veel meer en nog zie ik Je niet, ga je mijn...

Lees meer

‘…als ik de ruimte van de poëzie binnenstap, voel ik de grootste vrijheid om uit te drukken wat aan de rand van mijn zwijgen in taal te vinden is. Vaak ademen de gedichten verlangen naar de Eeuwige, die ik Jou noem. Ik nader en het ontglipt.’

Janneke