Het gezicht van een vrouw

19 juni 2013 | 0 Reacties

De rimpels in mijn gezicht verraden dat ik bij de middengeneratie hoor. Ik ben theoloog en dominee, inmiddels met achttien dienstjaren.
Toen ik begon als predikant had ik een vrolijk staartje en stapte dapper en fier de gemeente in. Dat was toch even schrikken voor de gemeente, hoorde ik later. Wat kon dit meisje ons eigenlijk bieden? Met ferme pas maakte ik me de uitdagingen van de beroepsgroep eigen. Catechese, pastoraat en twee preken per zondag, vergaderen, contacten onderhouden en met een vrolijke lach door de C1000, om geen gemeentelid over het hoofd te zien en onder tussen mijn boodschappen niet te vergeten.

De streekgemeente hield me flink bezig en steeds weer gebeurde er wel iets, waardoor de onvanzelfsprekendheid van mijn vrouw-zijn in het ambt van predikant aan het licht kwam. Een greep uit de gebeurtenissen: Ik moest aangeduid worden met mevrouw dominee in het kerkblad, zodat de gemeenteleden die tegen vrouwen in het ambt waren, gewaarschuwd werden. Er kwam kritiek op de broek onder mijn toga. Soms kreeg ik een bevoogdende vaderlijke arm om me heen geslagen, en één keer versprak de voorzitter van de kerkenraad zich wel heel erg Freudiaans.

In alle gemeenten waarin ik predikant ben geweest en ben, kreeg en krijg ik te maken met dit soort merkwaardige genderzaken. Het zijn momenten, die me bewust maken van mijn anders zijn in dit ambt. Ik voldeed en voldoe niet aan het plaatje en dat geeft naast ergernissen en ongemakken ook ongelofelijk veel ruimte. Steeds meer maak ik gebruik van de ruimte die er is, als je niet in het plaatje past, door ook niet in het plaatje te willen passen en mijn eigen invulling te geven aan wat ik vind, dat bij mij als predikant past.

Ik hoef niet aan de verwachtingen te voldoen, omdat er minder verwachtingen zijn in de gemeente en dat ervaar ik inmiddels als bevrijdend en goed.

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *