Selecteer een pagina

*gedicht

Ik was het

Niet dat ik het iemand gun, het alles verterend schroeien van eigen schuld; de uitputtende last van het dragen van wat er is mis gedaan. Niet dat ik iemand het toewens, het wroegende geweten dat ieder moment van rust verstoort; de misselijk makende smaak van eigen...

Lees meer

In Jouw hand

Een plek op de wereld, die mij vertrouwd is, een plaats waar ik kan zijn en voluit leven. Recht op gaan en wandelen. Voor mijn voeten een begaanbaar pad. Hoofd in de wind en de blik vooruit, begroet ik de nieuwe dag die ieder ogenblik begint. Mijn ziel haalt adem, zo...

Lees meer

Breek niet de mens

Breek me niet,  Geest van God, met Jouw gedrevenheid, die in mij raast om het visioen van een nieuwe wereld. Blaas mij niet omver. Breek me niet, Geest van God, met Jouw vuur, die in mij vlamt om de passie van jouw liefde. Verteer mij niet. Breek me niet, Geest van...

Lees meer

Het lage en de ruimte die overblijft

Ik kan je aan, godje van mensen, ik kijk dwars door je heen. Je liefde moet ik niet, niets van dat verheffende voor mij! Geef mij maar het aardse stof, de lage leugens en de platte taal. Dwars daar tegen in, zing ik mijn leegte vol. Ik vul de luchten met hemelhoge...

Lees meer

Sta op!

Sta op, om mij, God! Sta op, om Jouw gerechtigheid, Jij, die voor mij pleit. Sta op! Laat hen het lachen, om mijn eenzaamheid in de worsteling , vergaan, Laat verstommen hun gebulder, omdat ik niemand aan mijn kant zou hebben. Voor hen heb ik me afgesloofd, voor hen...

Lees meer

Verstillen

Terwijl de wind jaagt en in mijn oren brult, valt alles om mij heen stil. De kleuren zijn stil, de wolken zijn stil. De golven hebben hun hoogte verloren, vertragen de zee. Grauw water kent enkel nog fluisteren. Vogels rusten van het vluchten op droog gevallen...

Lees meer

‘…als ik de ruimte van de poëzie binnenstap, voel ik de grootste vrijheid om uit te drukken wat aan de rand van mijn zwijgen in taal te vinden is. Vaak ademen de gedichten verlangen naar de Eeuwige, die ik Jou noem. Ik nader en het ontglipt.’

Janneke